In een artikel in De
Volkskrant over ervaringsdeskundigen in de psychiatrie las ik begin
vorig jaar dat mensen vaak niet meer weten waar hun kwaliteiten,
interesses en talenten liggen om weer zelfvertrouwen te krijgen. 'Ze
zijn het besef van hun kwaliteiten door de ziekte kwijtgeraakt'. In
een telefoongesprek met mijn man deze week kwam dit ter sprake. Hij
vertelde mij dat het hem op viel hoeveel zelfvertrouwen en gevoel van
eigenwaarde ik op het moment heb en dat ik dat tijden anders heb
ervaren.
In het artikel stond
ook dat als je dood wil omdat het zo zwaar is, je eigenlijk een
betere kwaliteit van leven wil. 'Je wil leven in plaats van
overleven'. Anderhalf jaar geleden ging deze situatie nog voor mij
op. Toen voelde het voor mij alsof het voor bijna niemand wat uit zou
maken als ik er niet meer zou zijn. Uitgezonderd mijn man Eric en een
paar hulpverleners die mij wel het gevoel gaven dat zij mij begrepen.
Ik deed in deze depressieve periode zo mijn best om het beter te
doen, maar het lukte niet of maar voor korte duur. Op een gegeven
moment had ik het gevoel dat iedereen tegen mij was, ik wantrouwde
mensen. Ik ging mensen beschouwen als tegen mij wanneer ik niet
gehoord werd of mijn argument niet onderkend werd. Dat ging zo wreken
dat ik zó uit mijn vel kon springen en buitenshuis overal en met
iedereen ergernissen ervoer, waardoor ik snel en veel in conflict
kwam met mensen. Ik voelde mij volledig mislukt, waardoor de dingen
die ik wel kon ook niet tot hun recht kwamen. Dat was nog het
allerergste. Daarom wilde ik er het liefste niet meer zijn. Dan zou
ik nooit meer hoeven voelen dat ik het niet goed deed. Ik weet nog
goed dat mijn psychiater zei, dat als ik mij over een tijdje weer
beter zou voelen ik blij zou zijn dat ik er nog was en weer van
dingen zou kunnen genieten. Ik voelde mij op dat moment niet echt
serieus genomen, maar achteraf gezien zat er wel een kern van
waarheid in. Ik ben blij dat ik er nog ben en ik geniet weer van het
leven (op de flets).
De rode draad in het
artikel van De Volkskrant was dat het er vooral om gaat wat je zelf
als persoon doet. Er stond in hoe je dit zou kunnen bereiken,
namelijk door jezelf (met hulp van een ervaringsdeskundige) de
ondersteunende vraag te stellen wat je nodig hebt om stapjes te
kunnen zetten. 'Nooit te grote, dan is het niet zo erg als je weer
een stap achteruit zet.' Makkelijker gezegd dan gedaan, maar het
klopt wel en een portie geluk komt er ook bij kijken.
Voor mij was het met
name van belang dat ik ging kijken hoe ik mij beter zou kunnen gaan
voelen, wat ik daarvoor nodig had. Ik skipte mijn vrijwilligerswerk
wat alleen ergernissen opleverde. Ik vond bij de VMDB
vrijwilligerswerk waar mijn kwaliteiten en talenten wel gewaardeerd
worden op de vlakken waar mijn interesses naar uitgaan. Ongeveer in
dezelfde periode stapte ik over op een ander medicijn wat mijn
stemming en gedrag beter reguleerde. In specifieke trainingen bij het
Autismeteam leerde ik mijn waardes weer formuleren en dat ík de
'bestuurder' van de bus ben en niet mijn monsters, die zeggen dat ik
niets kan of goed doe. Ik leerde vertrouwen op wat ik wil en hoe ik
daarin mijn grenzen kan aangeven aan anderen. En ik probeerde mijzelf
handvatten aan te leren in een training om mijn emoties beter in
bedwang te houden IN situaties die voor mij lastig zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten