zaterdag 21 mei 2016

Leven in plaats van overleven

In een artikel in De Volkskrant over ervaringsdeskundigen in de psychiatrie las ik begin vorig jaar dat mensen vaak niet meer weten waar hun kwaliteiten, interesses en talenten liggen om weer zelfvertrouwen te krijgen. 'Ze zijn het besef van hun kwaliteiten door de ziekte kwijtgeraakt'. In een telefoongesprek met mijn man deze week kwam dit ter sprake. Hij vertelde mij dat het hem op viel hoeveel zelfvertrouwen en gevoel van eigenwaarde ik op het moment heb en dat ik dat tijden anders heb ervaren. 

In het artikel stond ook dat als je dood wil omdat het zo zwaar is, je eigenlijk een betere kwaliteit van leven wil. 'Je wil leven in plaats van overleven'. Anderhalf jaar geleden ging deze situatie nog voor mij op. Toen voelde het voor mij alsof het voor bijna niemand wat uit zou maken als ik er niet meer zou zijn. Uitgezonderd mijn man Eric en een paar hulpverleners die mij wel het gevoel gaven dat zij mij begrepen. Ik deed in deze depressieve periode zo mijn best om het beter te doen, maar het lukte niet of maar voor korte duur. Op een gegeven moment had ik het gevoel dat iedereen tegen mij was, ik wantrouwde mensen. Ik ging mensen beschouwen als tegen mij wanneer ik niet gehoord werd of mijn argument niet onderkend werd. Dat ging zo wreken dat ik zó uit mijn vel kon springen en buitenshuis overal en met iedereen ergernissen ervoer, waardoor ik snel en veel in conflict kwam met mensen. Ik voelde mij volledig mislukt, waardoor de dingen die ik wel kon ook niet tot hun recht kwamen. Dat was nog het allerergste. Daarom wilde ik er het liefste niet meer zijn. Dan zou ik nooit meer hoeven voelen dat ik het niet goed deed. Ik weet nog goed dat mijn psychiater zei, dat als ik mij over een tijdje weer beter zou voelen ik blij zou zijn dat ik er nog was en weer van dingen zou kunnen genieten. Ik voelde mij op dat moment niet echt serieus genomen, maar achteraf gezien zat er wel een kern van waarheid in. Ik ben blij dat ik er nog ben en ik geniet weer van het leven (op de flets).

De rode draad in het artikel van De Volkskrant was dat het er vooral om gaat wat je zelf als persoon doet. Er stond in hoe je dit zou kunnen bereiken, namelijk door jezelf (met hulp van een ervaringsdeskundige) de ondersteunende vraag te stellen wat je nodig hebt om stapjes te kunnen zetten. 'Nooit te grote, dan is het niet zo erg als je weer een stap achteruit zet.' Makkelijker gezegd dan gedaan, maar het klopt wel en een portie geluk komt er ook bij kijken. 

Voor mij was het met name van belang dat ik ging kijken hoe ik mij beter zou kunnen gaan voelen, wat ik daarvoor nodig had. Ik skipte mijn vrijwilligerswerk wat alleen ergernissen opleverde. Ik vond bij de VMDB vrijwilligerswerk waar mijn kwaliteiten en talenten wel gewaardeerd worden op de vlakken waar mijn interesses naar uitgaan. Ongeveer in dezelfde periode stapte ik over op een ander medicijn wat mijn stemming en gedrag beter reguleerde. In specifieke trainingen bij het Autismeteam leerde ik mijn waardes weer formuleren en dat ík de 'bestuurder' van de bus ben en niet mijn monsters, die zeggen dat ik niets kan of goed doe. Ik leerde vertrouwen op wat ik wil en hoe ik daarin mijn grenzen kan aangeven aan anderen. En ik probeerde mijzelf handvatten aan te leren in een training om mijn emoties beter in bedwang te houden IN situaties die voor mij lastig zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten